Wat is de betekenis van Basishoek?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Basishoek

m. (-en), hoek waarvan een der benen gevormd wordt door de basis.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

basishoek

('ba:zis) m. (-en) Meetk. hoek aan de basis : de van een → driehoek.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Basishoek

BASISHOEK, m. (-en), een der hoeken aan de basis.

Gerelateerde zoekopdrachten