Wat is de betekenis van bascule?

v. (-s, -n). 1. brugbalans, weegwerktuig voor zware lasten, waarvan de ene arm doorgaans 10 maal zo lang als de andere is; 2. weegschaal voor huiselijk gebruik ; 3. wip van een brug ; 4. zwengel van een waterput.

(de; -s) KR veroud. - brugbalans, weegwerktuig voor zware lasten, waarvan de ene arm doorgaans tien maal zo lang is als de andere. • Tot circa 20 jaar geleden werden de gewichtheffen gewogen op een basculeweegschaal, zo’n ding waar bv. de molenaar zijn zakken meel mee woog en de groothandelaar zijn aardappels. Ik heb het altijd de meest eerlijke vo...

(baskuul) weegwerktuig; zwengel van een waterput; beweegbaar deel van een ophaalbrug

bascule - Weegschalen waarbij de balansschaal voor de ladingen een platform is dat bovenop de balansarm of op een reeks hefbomen is bevestigd; hij wordt meestal gebruikt voor zware goederen, vaak onverpakt.

(Fr.: pont-bascule, bascule à peson; Du.: Brückenwaage; Eng.: bascule, weight bridge), weegwerktuig behorende tot de hefboombalansen met ongelijke armen, gebruikt voor zware lasten. De werking berust op een systeem van hefbomen die de last verkleind overbrengen op het uiteinde van de balans waaraan zich een schaal met ge...

weegtoestel; tegenwicht; wip, zwengel.

weegwerktuig op boerderijen in gebruik. Gewicht en last verhouden zich als 1:10. De maximum last is meestal 500 kg.

bascule, wip.

v. wip; brugweegtoestel.