Wat is de betekenis van Barker?

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Barker

Barker - 1° Engelsch orgelbouwer, * 1806, † 1879. Vanaf 1837 in Parijs werkzaam; tijdens den oorlog van 1870 ging hij naar Engeland terug. Uitvinder der zgn. pneumatische hevels en der electrische mechaniek, welke een zeer ingrijpende verandering bij den orgelbouw beteekenen. 2° Edmond Henry, Engelsch klass. philoloog; * 1788, † 1839. Hij gaf uit;...

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Barker

Barker - George, Engels schrijver, *26.2.1913 Loughton (Essex). Vóór de Tweede Wereldoorlog was hij korte tijd docent Engelse litteratuur aan de universiteit van Tokio, daarna in de VS. Barker is een vertegenwoordiger van de Engelse neoromantiek van ca.1930. Zijn poëzie, waaronder ook religieuze gedichten, wordt gekenmerkt door retoriek en surreali...

2025-07-23
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Barker

(Edward Henry), engelsch philoloog, geb. 22 Dec. 1788 te Hollym in Yorkshire, bezorgde de uitgave van verscheidene oude klassieken, leverde eene nieuwe bewerking van Stephanus’ Thesaurus lingute grwcw (13 dln. Londen 1816—28), schreef verscheidene werken meer, verloor zijne fortuin met processen, en stierf in den diepste armoede 21 Mrt....