Wat is de betekenis van bareel?

2025-07-23
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bareel

slagboom In de winteravond van 12 februari, toen de sneeuw dicht aan het vallen was, repte de eenentwintigjarige Wieze Van Goort zich huiswaarts, toen ze op de Dendermondse Steenweg, even voorbij de bareel van de spoorweg, overvallen werd door een man. (Louis Paul Boon, De zwarte hand) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 4 Vlaams...

2025-07-23
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

bareel

→ dranghek

2025-07-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bareel

(de, barelen) slagboom, spoorboom, overweg, tolhek, dranghek.

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bareel

[Fr. barre, van VLat. barra = stang, staaf] (ZN.) slagboom, spoorboom, tolhek (zie verder ook barrière).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bareel

(ba're:l) m. (barelen; -tje) Fr. barrel, barreau, stang, slagboom nl. 1. spoorboom. 2. tolhek.

2025-07-23
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bareel

bareel zn. (BN) 'slagboom' categorie: leenwoord, alleen in België of Nederland Nnl. barreel, bareel [1865-70; Schuermans]. Ontleend aan (Picardisch?) Frans barrel, een oudere variant van Frans barreau 'slagboom, stang, tralie' [1285]. Deze woorden gaan terug op Oudfrans barre 'dwarsbalk' [eind 12...