Bangerd
m. en v. (-s).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
bang persoon. iemand die bang is; bang persoon. Voorbeelden: Eens op een middag, toen wij in de handwerkles zaten, hadden wij een brandend, aangeschoten vliegtuig met afgebroken vleugels zien neerstorten op nog geen 100 meter afstand van het schoolgebouw. Ik was toen in tranen uitgebarsten en de lerares was kwaad geworden en had geze...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
bangerd - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) iemand die bang is Woordherkomst afgeleid van bang met het achtervoegsel -erd Synoniemen angsthaas, schijterd, bangerik, bangeschijter, lafaard, schijtebroek, schijtlaars, schijtluis, hazenhart
Muiswerk Educatief (2017)
bangerd - zelfstandig naamwoord uitspraak: ban-gerd 1. iemand die bang is ♢ die bangerd durft niet in het donker te slapen Zelfstandig naamwoord: ban-gerd de bangerd de bangerds...
Marc de Coster (1998)
de - hebben een kater hebben. Deze volkse uitdr. vinden we o.a. opgetekend in Van Reeuwijk: Groot Nederlands Drankwoorden- boek(1984).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: