bamser, bamboeseerder, bamboesjeur, bamboezeur
(Bargoens) uitgaander, kroegloper en vandaar ook: losbol, pierewaaier, vreemdganger. Reeds bij Henke en Draaijer. In Utrecht en Leiden onder de vorm bamboezjeur. Volgens Endt (1974) verouderd. Berns meent verwantschap te zien met bamboe, dat o.a. stok van bamboe, wandelstok (het attribuut van een ouderwetse dandy) betekent, maar dat is onzin. Eerd...