Wat is de betekenis van Bamisweer?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Bamisweer

(19e eeuw) slecht, regenachtig weer; herfstweer. Verwijzing naar het feest van St-Bavo (1 oktober). Niet opgenomen in het WNT. VgL beestenweer*; broekzakkerig* weer; eendekukeltjesweer*; glazenmakersweer*; hutsepotweer*; kiekertjesweer*; moordenaarsweer*; pikstaanderig* weer; pokkenweer*; sluitspierenweer*; technisch* weer; zeikweer*. • weenen...

2025-07-25
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Bamisweer

Herfstig, regenachtig weer. Bamis is een afkorting van Raaf »lis, de mis of het feest van Sint-Bavo (1 oktober). In Vlaanderen en in de Kempen was vroeger de eerste oktober een van de vervaldagen van de pacht, vandaar dat men ook wel van bamispacht sprak. Oktober was de bamismaand.De heilige Bavo, eigenlijk Allowinus geheten, een telg uit een...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Bamisweer

o. (herfstweer, stormweer).

Gerelateerde zoekopdrachten