ballerig
(1982) (stud.) bekakt; arrogant; verwaand. • De rustiger typen hebben niet eens geprobeerd een plaats te veroveren en wachten op de volgende bus. Zij vertellen dat ze geen lid zouden worden van de corpora in Leiden, Utrecht of Rotterdam, want die zijn veel te ballerig. (Carolijn Visser: Alle dagen vrij. Jeugd in de jaren 70-80. 1984)...