Wat is de betekenis van Balgoochelaar?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

balgoochelaar

(1938) (voetb.) voetballer die erg handig is met de bal. Vgl. Duits: Ballzauberer. • Met naast zich twee geroutineerde balgoochelaars als tactische binnenspelers en twee sneltreinachtige vleugelspelers, doorkneed in Adam's schaarbeweging, in zijn rug de robuste spil Andreolo en twee onvermoeibare kanthalves was Piola' het...

2025-07-26
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Balgoochelaar

Balgoochelaar - technisch goed onderlegde voetballer.

2025-07-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Balgoochelaar

Balgoochelaar - technisch goed onderlegde voetballer. Balgoochelaar: zeer groot technicus. Rob Siekmann: Voetbalwoordenboek, 1978 Leve de dribble! Gouden tijden voor de ‘pingel-dozen’ en ‘balgoochelaars’. René Appel: Voetbaltaal, 1990 De kleurloze aanval van PSV stond in schril contrast met die van Heerenveen, dat met Talan, Tomasson en de heerli...

Gerelateerde zoekopdrachten