Wat is de betekenis van Bakstag?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bakstag

o. (-en), touw dat van de nok van een rondhou (op jachten van de top van de mast) naar terzijde en naar achteren loopt en dient om doorbuiging van de mast naar voren tegen te gaan.

2025-07-28
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Bakstag

Bakstag - van de mast achterwaarts naar een van de boorden lopend stag, dat de mast naar achteren steunt. Veelal is het aan de mast bevestigd bij voorstag of fokkestag, die dan bij stijf doorzetten van het bakstag strak wordt gespannen. Omdat het grootzeil niet onder het bakstag door kan, moet het lij-bakstag meestal worden opgevierd (nadat het loe...

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bakstag

Bakstag - touw of stag, bevestigd aan den masttop en dienende tot achterwaartschen steun van den mast bij het vóór den wind zeilen. Zie Tuigage.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bakstag

bakstag zn. 'steunkabel' categorie: leenwoord Vnnl. backstag [1612; WNT]. Ontleend aan Engels backstay [1626; OED], gevormd uit het bw. back, aback 'achteruit, tegen' en het zn. stay 'stag steuntouw', zie stag. Het eerste lid back is onvertaald overgeno...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAKSTAG

o. (-en), benaming der dikke touwen die den boegspriet, het kluif- en het jaaghout zijdelings steunen en op den bak worden vastgemaakt. Zie STAG.

2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Bakstag

z.n.v. - Benaming der touwen. die den boegspriet, het kluif- en het jaaghout zijdelings steunen, en op den Bak worden vastgemaakt.