Bakkertje
o. (-s), (gew.) gebreid pluimmutsje voor kleine jongens.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (inf.) gebreid slaapmutsje voor jongetjes. Verkorting van bakkersmuts. • Hij nam zich voor, Femke te bezoeken zoodra hij ’t huis zou kunnen verlaten, en klaagde aan z’n moeder, dat het „bakkertje” hem zoo kneep… omdat-i niet graag door Femke, als ze soms mocht voorbygaan, wou gezien worden met...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
bakkertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bakker
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: