Wat is de betekenis van bakkertje?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bakkertje

o. (-s), (gew.) gebreid pluimmutsje voor kleine jongens.

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bakkertje

(19e eeuw) (inf.) gebreid slaapmutsje voor jongetjes. Verkorting van bakkersmuts. • Hij nam zich voor, Femke te bezoeken zoodra hij ’t huis zou kunnen verlaten, en klaagde aan z’n moeder, dat het „bakkertje” hem zoo kneep… omdat-i niet graag door Femke, als ze soms mocht voorbygaan, wou gezien worden met...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bakkertje

bakkertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bakker

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAKKERTJE

o. (-s), (gew.) een gebreid pluimmutsje voor kleine jongens.