Bander
Bander - zie L. Lutomirski.
Veerman (1954)
is de benaming voor de inrijdeuren in een Saksische boerderij, waardoor de oogstwagens op de deel kunnen rijden. De banderdeuren zijn meestal vierdelig: met onder- en bovendeuren). Tot steun en aanslag van de deuren wordt in het midden een verticale stijl, de stiepel geplaatst, welke uitneembaar is voor het inrijden van wagens en werktuigen. In and...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
verbinden; (om) zwachtelen; spannen [boog]; inspannen [zijn geest]; strepen; bander les yeux, blinddoeken.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Bander - J. C., Holl. schilder. * 4 Aug. 1885 te Amsterdam. Leerling van de rijksnormaalschool en de academie te Amsterdam. In den beginne boetseerde hij. Daarna portretten, landschappen en genrestukken. Ook graphisch werk. L i t.: Alb. Plasschaert, Holl. schilderkunst.
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
benaming van verscheidene baaijen en inhammen aan de kusten van Arabiê, en elders in zuidwestelijk Azië, beteekent: haven of ankerplaats.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: