Wat is de betekenis van Baddokter?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baddokter

m. (-s), geneesheer die de patiënten behandelt die een badkuur doen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

baddokter

m. baddokters (dokter voor badgasten).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

baddokter

m.(-s) dokter voor badgasten.

Gerelateerde zoekopdrachten