bacchanallën
(17e eeuw) (< Lat. Bacchanal) (euf.) zuippartijen, waar men zich ook aan ontucht overgeeft. • bacchenalien, slemp-dagen, drink-dagen, vasten-avond, sijn dagen waar in men eenige dertele vermaakelijkheden en brasseryen pleegt. (Adriaan Koerbagh: Een bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet. 1668)