Wat is de betekenis van Babberik?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

babberik

(19e eeuw) (Barg.) baard. • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Babberik

Babberik - Babberich, gehucht in de Geld. gem. Zevenaar, aan de Pruis. grens, ongeveer 1000 inw., halte van den spoorweg Arnhem—Emmerik.

Gerelateerde zoekopdrachten