Wat is de betekenis van Azor?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Azor

1. gewone hondennaam, 2. zn. o., zekere grove wollen stof met lang uitstekende vezels.

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Azor

wollen stof

2025-07-22
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Azor

m. havik.

2025-07-22
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Azor

Azor - komt in Christus’ stamboom voor als zoon van Eliacim en vader van Sadoc (Mt. 1. 13).

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Azor

o., bepaalde grove wollen stof met lang uitstekende vezels.

2025-07-22
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Azor

vermeld in het geslachtregister van Jezus; Matth. 1 : 13,14.