Wat is de betekenis van Azalea?

v. (-’s), plantengeslacht van de familie der Ericaceeën, in verschillende soorten als sierstruiken gekweekt.

Azálea L. [C. Linnaeus], - vr. vorm van Gr. azalĕos, droog, dor. Linnaeus (Philosophĭa Botanĭca, 1e dr., p. 185) plaatst dezen naam onder het hoofd: “Solum natāle in nomĭne receptum” (standplaats door den naam uitgedrukt), zoodat hij beteekenen moet: plant van droog of dor terrein.

plant

van Gr. woord dat droog, dor betekent; volgens Linnaeus zou dit betekenen: plant voor droge grond

fam. Ericaceae. Ook wel tot het gesh Rhododendron gebracht. Verschillende soorten en hybriden worden veel in Boskoop gekweekt als sierheesters, b.v. A.mollis HORT. (Rh.japonicum SUR.), A.pontica L. (Rh.luteum Sw.) en A.obtusa LINDL. (Rh.obtusum PLANCH.), waarvan vooral de laatste ook veel als potplant getrokken wordt. Hiervoor wordt echter het mees...

s., azalea.

azalea.

Vroeg bloeiende in Dec. De sterkste na Nieuwjaar. Koele, vochtige atmosfeer. Oppassen voor droge, warme lucht en te weinig water! Nog niet bloeiende plant in net vorstvrij vertrek, kroon dagelijks spuiten tot de knoppen kleur krijgen, dan warmer plaatsen, alleen aarde regelmatig vochtig houden, 1 maal per week in emmer lauw water. Verwelkte bloemen...

is een plantengeslacht, verwant aan de familie der Ericaceeën ; botanisch behoort het geslacht onder Rhododendron. De belangrijkste soorten zijn: 1. de Indische (Gentse) Azalea, A. indica, een bladhoudend, hier niet winterhard heestertje, dat als potplant in de wintermaanden in bloei wordt getrokken. Vermeerdering geschiedt door enten...