Wat is de betekenis van Avance, avancé?

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Avance, avancé

I. 1. uitstek; 2. voorsprong; 3. voorschot, handgeld; avances, fig. eerste stappen, pogingen tot ’t (weder) aanknopen van betrekkingen; avoir de l’avance sur qn., een voorsprong hebben op iem., iemand vóór zijn; donner dix pas d’avance à qn., iem. tien pas vóórgeven; faire une avance, voorschot g...