Autotype
v. (-n), 1. zelfgemaakte afdruk; 2. cliché volgens autotypie; 3. machine voor autotypie.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. zelfgemaakte afdruk; 2. cliché volgens autotypie; 3. machine voor autotypie.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. autos = zelf, en tupos = het gevormde, het ingeslagene, de afdruk van een stempel] 1 zelfgemaakte oorspronkelijke afdruk; 2 machine voor autotypie; 3 aldus gemaakt cliché.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(‘outo) o. (-s) [Gr. tupos, afdruk] door de vervaardiger zelf gemaakte afdruk van een plaat enz.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Gr. autos, zelf, typos, afdruk], m. (-n), 1. zelfgemaakte afdruk; 2. (ook: autotypie) cliché volgens autotypie; 3. machine voor autotypie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: