Wat is de betekenis van automobilistisch?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

automobilistisch

bn., bw.: de automobilistische vakpers; van een automobilistisch standpunt.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

automobilistisch

(automobi'listis) bn. en bw. (als) van, betreffende een automobilist(e).

Gerelateerde zoekopdrachten