Automatiek
v. of o., inrichting voor verkoop per automaat, inz. van eetwaren.
Muiswerk Educatief (2017)
automatiek - zelfstandig naamwoord uitspraak: au-to-ma-tiek 1. ruimte voor de verkoop van eetwaren via automaten ♢ we trokken een kroketje in de automatiek van Febo Zelfstandig naamwoord: au-to-ma-tiek de automatiek...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
automatiek - Gebruik voor zelfbedieningsrestaurants waar de klanten met muntgeld kleine glazen deurtjes openen om iets te eten of drinken te verkrijgen.
Jozef Verschueren (1930)
('ti:k) v. (-en) instelling, winkel waar men zich uit automatische toestellen eten kan verschaffen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr. automatique, automatisch], v./o., toestel of hal met toestellen voor verkoop per automaat, m.n. van eetwaren, zoals kroketten, patates frites, gehaktballen of snoep, die men na inworp van een geldstuk verkrijgen kan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: