Wat is de betekenis van autodeur?

2025-07-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

autodeur

deur van een auto. deur die toegang tot een auto geeft; deur van een auto; autoportier. Voorbeelden: We krijgen de motorkap niet vlot open en de Fransman doet met het contactsleuteltje in zijn hand de autodeur bij de bestuurdersplaats open en gaat op de stoel zitten. Liza van Sambeek, Zadelpijn en ander damesleed, 2003 In de...