Wat is de betekenis van Autochthoon?

bn., van de oorspronkelijke bewoners afkomstig, inheems.

wil zeggen: ter plaatse ontstaan of opgegroeid. Het tegengestelde is allochthoon.

oorspronkelijk, niet van buiten of van elders in het lichaam afkomstig, ter plaatse gevormd of (geestelijk) niet aan anderen ontleend.

op de bodem zelf ontstaan, uit het land zelf afkomstig, zuiver inheems, oorspronkelijk.

(1 geologie) is een in tegenstelling met allochthoon gebruikte term. In autochthone gesteenten zijn de belangrijkste componenten daar gevormd, waar nu het gesteente gevonden wordt. Dus is de steenkool in Limburg autochthoon en wel gevormd uit een moerasflora, die millioenen jaren geleden daar groeide. Onder autochthone gesteenten worden in d...

bn. (herkomstig van de oorspronkelijke bewoners van een land): autochthone gebruiken, (au = ou).

Autochthoon - (geol.) (Gr. autos = zelfde, chthoon = grond) noemt men een sediment, dat nog ligt op de plaats, waar het oorspronkelijk is gevormd. Tegenstelling: allochtoon.

uit zichzelf ontstaand, niet onder invloed van buiten.

(αὐτόχθων, uit eigen aarde ontstaan), wat uit zich zelf, niet door invloeden van buiten, ontstaat, bijv. van prikkelingstoestanden van bepaalde gangliëncellen, van willekeurige handelingen.