Wat is de betekenis van Austeilen?

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Austeilen

uitdelen, verlenen, geven, toe dienen; Befehle austeilen, bevelen geven; Gnaden austeilen, gunstbewijzen verlenen; die Sakramente austeilen, de sacramenten toedienen.

Gerelateerde zoekopdrachten