Wat is de betekenis van Aussitôt?

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Aussitôt

I. dadelijk, aanstonds, terstond; aussitôt dit, aussitôt fait, zo gezegd, zo gedaan; II. aussitôt que, zodra; tegelijk met.

Gerelateerde zoekopdrachten