Wat is de betekenis van Auspĭcor?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Auspĭcor

dep. (1) (oudtijds auspico, 1), de vogels waarnemen, de auspiciën houden. | overdr., tot een goed voorteken met iets beginnen; in 't alg., iets beginnen. Auspĭcāto en auspĭcātus, z. a.

Gerelateerde zoekopdrachten