Wat is de betekenis van auditief?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Auditief

bn., op het gehoor betrekking hebbend; auditief geheugen, bijzonder geheugen voor het gehoorde.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

auditief

auditief - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) met betrekking tot het gehoor Woordherkomst afgeleid van auditie met het achtervoegsel -ief afgeleid van het Franse auditif of daarvoor van het Latijnse 'auditivus'

2025-07-24
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Auditief

(bn.), het gehoor betreffend

2025-07-24
Sport en beweging

Margreet Weide (2006)

Auditief

Het gehoor betreffende.

2025-07-24
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

auditief

auditief - Synoniem voor akoestisch.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Auditief

wat het gehoor betreft, opnemend door het gehoor.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Auditief

het gehoor betreffend; door het gehoor werkend

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Auditief

het gehoor betreffend, bijv. auditief geheugen naast of tegenover visueel geheugen (op het gezicht betrekking hebbend)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Auditief

acustisch, in bezit van de eigenschappen om met het gehoor waargenomen dingen beter te onthouden dan geziene (gelezen); vlg. visueel.