Wat is de betekenis van Audiphoon?

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

audiphoon

m. oorhoorn voor doven.

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Audiphoon

Audiphoon - ook dentaphoon, is een toestel, door Rhodes uitgevonden, bestaande uit een kromme dunne plaat van hout of eboniet, die bij hardhoorenden tusschen de tanden wordt gehouden en dient om het geluid te versterken.

2025-07-23
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Audiphoon

(audire, hooren, φονή, stem), zie Dentaphoon.

2025-07-23
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Audiphoon

zie Dentaphoon.

2025-07-23
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Audiphoon

Oorhoorn voor hardhoorigen.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

audiphoon

audiphoon - v., oorhoorn voor hardhoorigen.

2025-07-23
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Audiphoon

Een door Graydon uitgedacht apparaat voor hardhoorigen.

2025-07-23
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Audiphoon

m. Gr., oorhoren voor dooven.

Gerelateerde zoekopdrachten