Wat is de betekenis van Attendrir?

2025-07-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Attendrir

I. week, mals maken; vertederen, vermurwen, aandoen, ontroeren; II. s’attendrir, week, mals worden; vertederen, vermurwen, ontroeren, bewogen (aangedaan) worden.

Gerelateerde zoekopdrachten