Assembleertaal
[Eng. assembler language] (comp.) computerprogrammeertaal die dicht bij machinetaal staat en die slechts werkt op één bepaald type processor.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. assembler language] (comp.) computerprogrammeertaal die dicht bij machinetaal staat en die slechts werkt op één bepaald type processor.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
symbolische programmeertaal gebaseerd op mnemotechnische coderingen waarin voor iedere door de computer uit te voeren bewerking een afzonderlijke opdracht wordt aangegeven.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1975)
(Fr.: language d’assemblage; Du.: Assembliersprache; Eng.: assembly language), een zgn. machine-georiënteerde programmeertaal, waarbij de in symbolische taal gestelde opdrachten worden omgezet in eenzelfde aantal opdrachten in machinetaal. Met behulp van deze taal kan de programmeur gebruikmaken van alle machinefuncties.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: