Arrange
I (rang)schikken, ordenen; in orde brengen of maken; beschikken, regelen, inrichten; beredderen, afspreken; organiseren, op touw zetten; arrangeren, zetten; II 1 het eens worden; 2 maatregelen treffen; zorgen (voor about, for).
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I (rang)schikken, ordenen; in orde brengen of maken; beschikken, regelen, inrichten; beredderen, afspreken; organiseren, op touw zetten; arrangeren, zetten; II 1 het eens worden; 2 maatregelen treffen; zorgen (voor about, for).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: