Wat is de betekenis van armleuning?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Armleuning

v. (-en), leuning waarop men de arm kan laten steunen, inz. aan een zetel.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

armleuning

armleuning - Zelfstandignaamwoord 1. deel van een meubelstuk (vooral een stoel of een bank) waarop men de arm kan laten rusten Een stoel met armleuning. Woordherkomst samenstelling van arm en leuning

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

armleuning

armleuning - zelfstandig naamwoord uitspraak: arm-leu-ning 1. leuning aan een stoel waarop men de arm kan laten rusten ♢ mijn opa zit graag op een stoel met armleuningen Zelfstandig naamwoord: arm-leu-ning de armleun...

2025-07-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

armleuning

armleuning - Leuningen voor de elleboog en onderarm, gebruikt bij zitmeubels.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

armleuning

(’arm) v. (-en) stoelleuning waarop men de arm kan laten rusten.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ARMLEUNING

v. (-en), (aan een zetel) de leuning waarop men den arm kan laten steunen.

2025-07-23
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press