Wat is de betekenis van Argumenter?

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Argumenter

I. redeneren, een betoog houden, redekavelen; argumenter de qc. à qc., uit iets besluiten tot iets; II. weerleggen.

Gerelateerde zoekopdrachten