Wat is de betekenis van arbeidsdag?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Arbeidsdag

m. (-en), werkdag, de duur van de dagelijkse werktijd : de normale arbeidsdag, de achturige arbeidsdag'.

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

arbeidsdag

Het begrip arbeidsdag heeft 2 verschillende betekenissen: 1) deel van de dag dat men werkt. dag beschouwd met betrekking tot het aantal uren dat men werkt; deel van de dag dat men (officieel) werkt. 2) dag bestemd voor werk. kalenderdag die volgens arbeidsovereenkomst of naar eigen planning is bestemd om te werken, in tegenstelling t...

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

arbeidsdag

(’arbeidz) m. (-en) duur van de dagelijkse werktijd: normale, achturige -.

2025-07-26
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Arbeidsdag

Arbeidsdag - Abbe, Ernst, De economische beteekenis der verkorting van den industriëelen arbeidsdag; twee voordrachten gehouden op 6 Nov. en 5 Dec. 1901 in de Staatswetenschappelijke Vereeniging te Jena. Blaricum, Uitg.-Ver. „Vrede”, 1911. (Die Volkswirtschaftliche Bedeutung d. Verkürzung des industriellen Arbeitstages.)