APLIET
is in de geologie een ganggesteente, d.w.z. een spleetopvulling met een gesteente, dat veel kiezelzuur (SiO2) bevat en uit kleine kristallen bestaat. In hoofdzaak bestaat het uit kwarts en veldspaat.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is in de geologie een ganggesteente, d.w.z. een spleetopvulling met een gesteente, dat veel kiezelzuur (SiO2) bevat en uit kleine kristallen bestaat. In hoofdzaak bestaat het uit kwarts en veldspaat.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Apliet - ( Gr. haploos = eenvoudig), een meestal licht gekleurd ganggesteente, bijna geheel uit veldspaat en kwarts bestaande. Aplietgangen ontstaan bij differentiatie van een magma. zie Differentiatie, magmatische.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Apliet - gesteente, dat meestal gangvormig voorkomt in gezelschap van andere in veel grooter hoeveelheid aanwezige gesteenten, waarmee het nauw verwant is, maar waarvan het verschilt, doordat de donkere bestanddeelen daarvan (biotiet, amfibool, pyroxeen) in den apliet ontbreken of sterk op den achtergrond treden. Aplieten komen voor naast granieten...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: