apentaal
(19e eeuw) (min.) onverstaanbare taal; koeterwaals. Vgl. Chinees*. • Zoo'n apentaal! Want dat is 't toch eigenlijk, al klinkt het nog zoo aardig. (Tjeerd Flappuith: Toen ik Indisch student was. 1902) • Chauffeurs in gummi. Je drukt op een knop, een wrat in hun gezicht, die openspringt en ho, daar rijdt de wagen. Ho. De Engelsen 's zomers...