Antenne
(<Lat.), v. (-n), 1. (dierk.) voelhoorn, tastspriet; 2. draad, dradenstelsel of stang voor het ontvangen en uitzenden van electrische golven bij de draadloze telegrafie en telefonie.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), v. (-n), 1. (dierk.) voelhoorn, tastspriet; 2. draad, dradenstelsel of stang voor het ontvangen en uitzenden van electrische golven bij de draadloze telegrafie en telefonie.
Wiktionary (2019)
antenne - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde), (elektronica) een vrij opgestelde elektrische geleider voor het uitzenden en/of ontvangen van elektromagnetische straling in het radiofrequente gedeelte van het elektromagnetische spectrum ♢ De geleider van de antenne kan worden gecombineerd met director...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Willem G. Keeris (2018-2019)
Antenne is de algemeen gehanteerde benaming voor een specifiek bouwwerk, geen gebouw zijnde, in de vorm van een technische installatie, die de mogelijkheid biedt tot het verzenden en/of ontvangen van signalen uit de ether.
Vodafone (2017)
Een antenne is een speciale omvormer die een radiofrequent (RF) veld omzet in een wisselstroom of omgekeerd. Er zijn twee basistypes: de ontvangstantenne die RF energie ontvangt en omzet in een wisselstroom (AC) om die afte geven aan een elektronisch toestel, en de zendantenne die gevoed wordt met een wisselstroom en deze omzet in een RF veld. De a...
Muiswerk Educatief (2017)
antenne - zelfstandig naamwoord uitspraak: an-ten-ne 1. apparaat waarmee radio- of tv-signalen worden opgevangen of verzonden ♢ met deze antenne kunnen we veel zenders ontvangen Zelfstandig naamwoord: an-ten-ne de an...
Peter Bakema (2003)
in België soms voor: steunpunt, bijkantoor - op antenne gaan, gaan uitzenden. Het station richt zich nog steeds zeer sterk op regionaal nieuws, met twee journaals per dag die live op antenne gaan. - DM, 11-02-2003. - op antenne zijn, uitzenden, in de ether zijn.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
metalen geleider waarmee een door een zender draadloos uitgezonden signaal wordt opgevangen.
Walter De Clerck (1981)
In versch. verb.: op antenne gaan, komen, zijn, in de ether komen, zijn enz.; ook: uitgezonden worden; - iem. de antenne geven, iem. het woord geven. Het was al «antenne» wat de klok sloeg. Men «ging» op antenne, men «was» en «bleef» erop, men vroeg de antenne aan, kreeg ze prompt en gaf...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: