Wat is de betekenis van anstarten?

2025-07-27
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

anstarten

1° ankoppelen (van paarden); 2° aanslenteren, Eelde anstengelen: daor komp hij ook nog a. (Assen); dat wif staart aaltied aachter d' kerel an (Borger) − loopt hem na, gaat met hem mee. Maar ook: laot wij wat a., vlugger loopen.

Gerelateerde zoekopdrachten