Wat is de betekenis van Anspach?

2025-07-25
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Anspach

Anspach, Jules, Belgisch politicus, *20.7.1829 Brussel, +19.5.1879 Etterbeek. Advocaat en liberaal gemeenteraadslid te Brussel. Vanaf 1863 tot zijn dood burgemeester van de Belgische hoofdstad. Zijn grootste aandacht ging uit naar de urbanisatie van Brussel. Naar het voorbeeld van Hausmann in Parijs liet hij grote boulevards aanleggen.

2025-07-25
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Anspach

Johannes; geb. Nieder Ingelheim (Dld) 1751, overl. Rotterdam 25 januari 1823. Hoewel Duitser van geboorte, rekent men hem tot de Nederlandse schilderschool; van 1792 af was hij in Nederland werkzaam. Schilderde portretten, meestal in pastel; was in zijn tijd zeer gezien. Adverteerde op 29-6-1791 in de ’s-Grav. Crt no 77: fijnschilder van Delf...

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Anspach

Anspach - J o h a n, Duitsch-Ned. schilder van pastelportretten. * 1752 te Nieder-Ingelheim, ♱ 1823 te Rotterdam.

2025-07-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Anspach

of Ansbach, anders Onoltzbach, lat. Onoldinum, vroeger hoofd- en residentie-stad van het markgraafschap Anspach-Baireuth, tegenwoordig hoofdplaats van den beijersclien kreis Mittelfrauken aan de frankische Rezat, met ruim 12,000 inw. en veel fabriekbedrijvigheid. In den slotstuin een gedenkteeken voor den hier geborenen dichter Uz (spreek uit : Oet...