Anschlagen
aanslaan; aanplakken; schatten; aanleggen (een geweer); Pflanzen schlagen an, planten gedijen; kein Mittel schlägt an, geen middel baat; bei ihm schlägt alles gut an, hem gelukt alles; Segel anschlagen, zeilen bijzetten; die Teetasse war angeschlagen, het theekopje had een barst; der Bomber war schwer angeschlagen, de bommenwerper was zwa...