Wat is de betekenis van anomaal?

afwijkend van de regel. afwijkend van wat de regel is of van het wetmatige. In de natuurkunde vooral gebruikt met betrekking tot natuurkundige verschijnselen. Voorbeelden: De auteurs [...] beweren dat anomale (van de regel afwijkende) vondsten die niet in de geaccepteerde theorie over de menselijke evolutie passen, jarenlang z...

anomaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. afwijkend van een regel of wet Woordherkomst afgeleid van het Franse anomal (met het achtervoegsel -aal) Verwante begrippen abnormaal, anomalie

Betekent letterlijk ‘afwijkend’, maar aan het begin van de twintigste eeuw werd het woord ook eufemistisch gebruikt voor lesbisch of homoseksueel (geaard). Zo had Troelstra het rond 1911 in de Tweede Kamer over mensen die ‘met een anomale aandrift ter wereld zijn gekomen’. Anomaal was een term ontleend aan de wetenschap en dus perfect aanvaardbaar.

[Gr. anoomalos = oneffen, ongelijk] afwijkend van de regel, het normale, de gewoonte of het theoretisch berekende.

van de regel afwijkend

Anomaal - letterlijk afwijkend, medische benoeming van rond de eeuwwisseling voor lesbische, homoseksuele geaardheid. Op een dag las Hansie over homoseksualiteit, in het boek van Forel. Het relaas daarin dégoüteerde haar zeer, maar niettemin werd haar duidelijk, dat haar passie voor ‘Anjelieren’ [bedoeld wordt een meisje] to...

anders dan het gebruikelijke, het gewone; b.v. warm zomerweer midden in de winter is anomaal. Ten onrechte leest men vaak anormaal. Zelfstandig naamwoord:

van de regel afwijkend, onregelmatig.

(Lat. anómalus = Gr. anömalos = oneffen, ongelijk, van den gewonen regel afwijkend; < → a, + Gr. homalós) = effen, regelmatig). Onregelmatig, afwijkend.