Wat is de betekenis van ankeerd?

2025-07-25
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

ankeerd

(D. V. 1899, Dalen, Zweeloo, Borger, Halen), van zich ankeeren ijverig bezig zijn: ankeerd wezen met iets. Ook uitgeput, verlegen: hij is neet gauw ankeerd (Vries) anloopen (Donderen).

Gerelateerde zoekopdrachten