Wat is de betekenis van Amplifier?

2025-07-22
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

amplifier

(zelfstandig naamwoord) [alg.] versterker - Met een goede versterker kun je het geluid tot achter in de zaal horen.

2025-07-22
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Amplifier

[Eng.] versterker.

2025-07-22
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Amplifier

Versterker Een eenheid of circuit, dat een zwakke elektrische stroom of spanning op een hoger energieniveau reproduceert.

2025-07-22
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

amplifier

(de, -s), (uitspr. E: em’pliefajer), 1. versterker. Het was een huisfuif; een vriend van Just was jarig en hij danste met amplifier (Dobru 1967: 27). 2. (bij uitbr.) geluidsinstallatie. Amplifier en klapstoelen te huur. Etym.: E.

2025-07-22
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Amplifier

vergroten; uiteenzetten, uitvoerig behandelen, uitspinnen, uitweiden over; overdrijven; uitbreiden.

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Amplifier

versterker.

2025-07-22
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

amplifier

versterker.