Wat is de betekenis van Alwetendheid?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Alwetendheid

v., alles omvattende kennis: de alwetendheid Gods, ook voor : de alwetende God ; — de gave der alwetendheid bezitten, alwetend zijn.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alwetendheid

alwetendheid - Zelfstandignaamwoord 1. (filosofie) het alwetend zijn Woordherkomst afgeleid van alwetend met het achtervoegsel -heid

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

alwetendheid

v.; de alwetendheid Gods.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Alwetendheid

Alwetendheid - (van God). Gods kermis strekt zich uit tot al wat mogelijk en tot alles wat in verleden, heden en toekomst feitelijk is. Vaticaansch concilie s. 3. C. 1: want alles ligt open en bloot voor Zijn oogen, ook datgene wat door de vrije handelingen der schepselen toekomstig is. > God.