Wat is de betekenis van alvast?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Alvast

bw., intussen reeds, voorshands, in afwachting van wat volgt: hij zal ons wel spoedig komen afhalen, laten we alvast ons boeltje maar pakken ; — zoveel is reeds zeker, dat weet ik al: hoe ik over hem denk? een ongemanierd mens is hij alvast.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alvast

alvast - Bijwoord 1. nu al Ik doe alvast mijn schoenen aan, dan kunnen we later gaan wandelen. Woordherkomst samenstelling van al en vast

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

alvast

alvast - bijwoord uitspraak: al-vast 1. zonder te wachten ♢ ik heb alvast de tafel gedekt Bijwoord: al-vast Synoniemen vast

2025-07-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

alvast

in elk geval, tenminste Ik vraag me af of papa vroeger ooit meekwam naar een schoolfeest. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof van niet, ik kan het me toch alvast niet herinneren. (Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 3

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Alvast

adv., foarfêst, alfêst.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

alvast

bw. (nu reeds, voorlopig).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

alvast

(al'vast) bw. nu reeds, voorlopig : we kunnen beginnen.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALVAST

bw. intusschen, reeds, in afwachting van wat volgt: hij zal ons wel spoedig komen af halen, laten we alvast ons boeltje maar pakken; — zooveel is reeds zeker, dit weet ik al: hoe ik over hem denk ? een ongemanierd mensch is hij alvast.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten