Wat is de betekenis van ALVADER?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Alvader

m., 1. (Germ. godenleer) naam van Odin of Wodan; 2. (dicht.) ’t Opperwezen, de Hemelse Vader, God.

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

Alvader

God, die Opperwese.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Alvader

('al) m. opperste wezen nl. 1. God. 2. Germ. Myt. Wodan.

2025-07-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Alvader

Alvader - zie ALFADIR.

2025-07-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Alvader

Zie Wódan.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALVADER

m. (Germ. godenleer), naam van Odin ; of Wodan; — (dicht.) 't Opperwezen, de Hemelsche Vader.