Als de eene koe bist, zoo bissen ze allen (of: dan steken de anderen den staart reeds op, ook wel: Als de eene koe den staart opheft, zoo beginnen ze allen te bissen).
[Dat wil zeggen: wanneer iemand ons iets voordoet, dan is de kracht der navolging zoo groot, dat we het terstond nadoen, en dit heeft vooral in het kwade plaats. „Het werkwoord bissen, biezen; bijzen,” zegt de jager, „dat men op eene zonderlinge wijze misvormd heeft, doch hetwelk in Overijssel nog gehoord wordt, beteekent hier onstuimig rondloopen,...