Wat is de betekenis van ALLOPAATH?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Allopaath

m. (...athiën), aanhanger der allopathie.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

allopaath

m. voorstander der allopathie , v. geneesmethode, waarbij men door de geneesmiddelen uitwerkingen zoekt voort te brengen, die tegenover de ziekteverschijnselen staan, zie: h o m o e p a t h i e.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

allopaath

m. allopathen (aanhanger der allopathie; geneesheer, die ze aanwendt).

2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

allopaath

m. voorstander van een geneesmethode, met tegenwerkende middelen bijv. kinine bij koorts, tegenstelling van homoepathie.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

allopaath

allopaath - m., aanhanger van de allopathie de geneeswijze doortegenwerkende middelen.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Allopaath

m. Gr., geneesheer, die de ziekte bestrijdt door tegenmiddelen, (tegenst. homoeo- paath).

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALLOPAATH

Allopaath m. aanhanger der allopathie, geneesheer die de allopathie toepast.

Gerelateerde zoekopdrachten