Wat is de betekenis van alloceer?

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

alloceer

alloceer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alloceren ♢ Ik alloceer 2. gebiedende wijs van alloceren alloceer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alloceren alloceer je?...