Wat is de betekenis van ALLERNAAST?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Allernaast

I. bn., het dichtst bij gelegen, wonende : de allernaaste stad, buurman; — (fig.) wie is u het allernaast het nauwst verwant; de allernaaste prijs, de minste prijs waarvoor men iets geven, verkopen wil; II. bw., vlak bij, onmiddellijk naast: dat is hier allernaast; III.voorz., hij woont allernaast de school,...

2025-07-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

allernaast

vz., vlak naast. Ze [brandweerkazernes] komen te staan aan de Knuffelsgracht achter het monument van de revolutie, aan de Paranam-highway tegenover de sigarettenfabriek ‘Batco’ en te Lelydorp allernaast het politiestation (WS 12-6-1982). Etym.: In AN veroud.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

allernaast

bn. (1 het naast wonend; 2 dichtstbijgelegen; 3 naastverwant, dierbaarst): 1. allernaaste buren; 2. het allernaaste dorp; 3. zij was mij het allernaast; nog: de allernaaste prijs, de laagste prijs, waarvoor men iets wil verkopen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

allernaast

(aller'na:st) bn. en bw. 1. het dichtstbij gelegen, wonende : de -e stad, buurman. 2. nauwst verwant : wie is u het -?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALLERNAAST

Allernaast bn. het dichtst bij gelegen, wonende de allernaaste stad, buurman; — wie is u het allernaast ? het nauwst verwant; — vlak bij, onmiddellijk naast: dat is hier allernaast; de allernaaste prijs, de minste prijs waarvoor men iets geven, verkoopen wil; — voorz. hij woont allernaast de school, vlak naast de school.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)